Intochtslied: Samen in de naam van Jezus
1 Samen in de naam van Jezus
heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen
en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken,
naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen,
samen leven tot zijn eer.
2 Heel de wereld moet het weten
dat God niet veranderd is
en zijn liefde als een lichtstraal
doordringt in de duisternis.
‘t Werk van God is niet te keren
omdat Hij er over waakt
en de Geest doorbreekt de grenzen
die door mensen zijn gemaakt.
3 Prijst de Heer, de weg is open
naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator,
mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen
breng ik U mijn dank en eer.
‘t Is uw Geest die mij doet zeggen:
Jezus Christus is de Heer!
Bemoediging en groet
Samenzang: God kent jou
Refrein: God kent jou
vanaf het begin
helemaal van buiten
en van binnenin
Hij kent al je vreugde
en al je verdriet,
want Hij ziet de dingen
die een ander niet ziet
1 En weet je wat zo mooi is
bij Jezus voel je je vrij
om helemaal jezelf te zijn
want Hij houdt van jou,
ja Hij houdt van jou,
ja Hij houdt van jou en mij
Samenzang: ben je groot of ben je klein
Ben je groot of ben je klein of ergens tussenin;
God houdt van jou!
Ben je dik of ben je dun of ben je blank
of bruin;
God houdt van jou!
Hij kent je als je blij bent;
Hij kent je als je baalt
Hij kent je als je droevig bent;
Hij kent je als je straalt.
Het geeft niet of je knap bent;
Het geeft niet wat je doet;
God houdt van jou!
Hij is vol liefde.
God houdt van jou!
Geboden en gebed
Samenzang: Wie op de Heer vertrouwen,
1 Wie op de Heer vertrouwen,
zijn als de berg Sion.
Wie op de Heer vertrouwen,
zijn als de berg Sion
die niet wankelt,
maar voor altoos blijft.
Rondom Jeruzalem zijn bergen;
zo is de Heer rondom zijn volk
van nu aan tot in eeuwigheid,
halleluja, halleluja.
Introductie thema: Prison break
Schriftlezing: Handelingen 12:1-17
In die tijd liet koning Herodes een aantal christenen oppakken en mishandelen.
En hij liet Jakobus, de broer van Johannes, onthoofden. De Joden vonden het
goed dat hij dat deed. Toen Herodes dat merkte, liet hij ook Petrus oppakken. Dat
gebeurde in de week van het Joodse Paasfeest. Herodes was van plan om Petrus
na het feest aan het volk te laten zien, en hem dan te doden. Tot die tijd sloot hij
hem op in de gevangenis. Hij liet hem bewaken door vier groepen van vier
soldaten. Terwijl Petrus in de gevangenis zat, waren de christenen steeds voor
hem aan het bidden. De dag kwam dat Herodes Petrus wilde laten doden. De
nacht daarvoor lag Petrus te slapen. Hij sliep tussen twee soldaten in, en hij was
vastgebonden deur van de gevangenis stonden bewakers. Opeens stond er een
engel van de Heer bij Petrus. De hele ruimte was vol licht. De engel schudde
Petrus wakker en zei tegen hem: ‘Kom, sta snel op!’ Meteen vielen de kettingen
van de handen van Petrus af. Toen zei de engel: ‘Doe je riem om en trek je
schoenen aan.’ Petrus deed het. Daarna zei de engel: ‘Doe je jas aan, en kom
mee.’ Petrus liep achter de engel aan naar buiten. Hij dacht dat hij droomde, hij
wist niet dat alles echt gebeurde. Samen met de engel liep Petrus langs twee
groepen bewakers. Toen kwamen ze bij de ijzeren poort van de gevangenis. Door
die poort kwam je in de stad. De poort ging vanzelf open. Petrus en de engel
gingen naar buiten en liepen samen nog één straat verder. Toen was de engel
opeens weg. Toen pas wist Petrus dat hij niet droomde, en hij zei bij zichzelf:
‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel gestuurd heeft. De Heer heeft mij gered
uit de handen van Herodes. Nu zal niet gebeuren wat het Joodse volk
verwachtte.’ Toen Petrus begreep wat er gebeurd was, ging hij naar het huis van
Maria, de moeder van Johannes Marcus. Daar waren veel christenen bij elkaar
om samen te bidden. Petrus klopte op de deur. Een meisje dat in huis werkte, liep
ernaartoe. Ze heette Rhode. Rhode herkende de stem van Petrus. Ze was zo blij,
dat ze vergat de deur open te doen. Ze rende naar binnen om te vertellen dat
Petrus voor de deur stond. De mensen in het huis zeiden: ‘Dat is onzin, dat kan
niet!’ Maar Rhode bleef zeggen dat het echt waar was. Toen zeiden ze: ‘Dan
moet het de engel zijn die hem beschermd.’ Intussen bleef Petrus op de deur
kloppen, en ten slotte deden ze open. Toen ze zagen dat het echt Petrus was,
waren ze heel verbaasd. Petrus gaf met zijn hand een teken dat iedereen stil
moest zijn. Daarna vertelde hij hoe de Heer hem uit de gevangenis bevrijd had.
En hij zei: ’Ga aan Jakobus en de andere christenen vertellen wat er gebeurd is.’
Toen ging hij weg.
Overdenking
Samenzang: Gods goedheid houdt ons staande
1 Gods goedheid houdt ons staande
zolang de wereld staat!
Houdt dan de lofzang gaande
voor God die leven laat.
Al wie, door Hem bevrijd
uit ongastvrije streken,
naar huis werd heengeleid,
zal van zijn liefde spreken.
4 Laat ons nu voor den Here
zijn goedertierenheid
toezingen en vereren
de God die ons bevrijdt.
Want wie zijn hulp verlangt,
Hem aanroept in gebeden,
verlost Hij uit de angst
en leidt Hij tot den vrede.
Gebed
Collecte
Slotlied: Heer, uw licht en uw liefde schijnen
1 Heer, uw licht en uw liefde schijnen
waar U bent zal de nacht verdwijnen.
Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons.
Levend Woord,
ja uw waarheid bevrijdt ons.
Schijn in mij, schijn door mij.
Refrein: Kom, Jezus kom,
vul dit land met uw heerlijkheid.
Kom Heil’ge Geest, stort op ons uw vuur.
Zend uw rivier,
laat uw heil
heel de aard’ vervullen.
Spreek, Heer, uw woord:
dat het licht overwint.
2 Heer, ‘k wil komen in uw nabijheid.
Uit de schaduwen in uw heerlijkheid.
Door het bloed mag ik U toebehoren.
Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen.
Schijn in mij, schijn door mij.
(refrein)
3 Staan wij oog in oog met U Heer.
Daalt uw stralende licht op ons neer.
Zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven.
U volmaakt wie volkomen zich geven.
Schijn in mij, schijn door mij.
(refrein)
Zegen